Wat is de betekenis van honorair?

2025-01-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

honorair

honorair - Bijvoeglijk naamwoord 1. voor de eer (en veelal onbezoldigd) Woordherkomst afgeleid van het Franse honoraire (met het achtervoegsel -air)

2025-01-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Honorair

[Fr. honoraire] vanwege de eer; - lid erelid; - ambt ereambt, onbezoldigd ambt.

2025-01-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Honorair

de titel van een ambt zonder de bezoldiging hebbend; eershalve, onbezoldigd

2025-01-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Honorair

om de eer; eershalve

2025-01-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Honorair

(Fr.), bn., een honorair lid, een erelid; een honorair ambt, ereambt, niet bezoldigd ambt.

2025-01-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

honorair

de titel v. e. ambt, zónder de bezoldiging hebbende; ~ lid, o. erelid.

2025-01-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

honorair

bn.; (Fr.), Lat. honorarius: honorair lid, erelid.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-01-20
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

honorair

titel van een ambt hebben, doch geen bezoldiging.