Wat is de betekenis van Honneurs (fr.)?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Honneurs (fr.)

HONNEURS (Fr.) v. mv. eerbewijzen: de honneurs waarnemen, voor den gastheer of de gastvrouw tegenover de gasten de beleefdheidsplichten waarnemen, de eer des huizes ophouden; — (kaartsp., inz. bij het whisten) de hoogste kaarten (aas, heer, vrouw, boer en tien van troef).