Wat is de betekenis van Hondsaap?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hondsaap

m. (...apen), baviaan.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hondsaap

m. -apen (O.-I. baviaan); in het mv. alle apen der oude wereld uitgezonderd de mensapen; Lat. cercopithecidae.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hondsaap

('hondz) m. (hondsapen) baviaan.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hondsaap

HONDSAAP, m. (...apen), baviaan; ...BEET, m. (...beten), beet van een hond; ...BEIEN, ...BESSEN, v. mv. gew. benaming voor de zwarte nachtschade (solanum nigrum) en voor de roode boschbes (vaccinium vitis idaea); ...BLAAR, v. (...blaren), ...BLEIN. v. (-en), eene soort van gezwel.

Gerelateerde zoekopdrachten