Wat is de betekenis van Honderdjarig?

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

honderdjarig

honderd jaar oud of durende.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Honderdjarig

bn., honderd jaren oud of durende: een honderdjarige boom ; de Honderdjarige Oorlog (1339— 1453); het homlerdjarig bestaan der vereniging werd feestelijk gevierd; een honderdjarig feest, een eeuwfeest.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

honderdjarig

bn.; 100 jaar tellende of durende: een honderdjarig man, de honderdjarige oorlog.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

honderdjarig

('hondәrtja:rәch) bn. 1. honderd jaren tellend: een -e man. 2. honderd jaren durend: een bestaan.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Honderdjarig

HONDERDJARIG, bn. van honderd jaren: een honderdjarige boom; de honderdjarige aloë, zekere plant tot de familie der duitbladachtigen behoorende, Amerikaansche aloë; het honderdjarig bestaan der vereeniging werd feestelijk herdacht; een honderdjarig feest, een eeuwfeest. HONDERDJARIGE, in. en v. (-n), iem. die 100 jaren oud is.