honderdjarig
honderd jaar oud of durende.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., honderd jaren oud of durende: een honderdjarige boom ; de Honderdjarige Oorlog (1339— 1453); het homlerdjarig bestaan der vereniging werd feestelijk gevierd; een honderdjarig feest, een eeuwfeest.
Jozef Verschueren (1930)
('hondәrtja:rәch) bn. 1. honderd jaren tellend: een -e man. 2. honderd jaren durend: een bestaan.
J.H. van Dale (1898)
HONDERDJARIG, bn. van honderd jaren: een honderdjarige boom; de honderdjarige aloë, zekere plant tot de familie der duitbladachtigen behoorende, Amerikaansche aloë; het honderdjarig bestaan der vereeniging werd feestelijk herdacht; een honderdjarig feest, een eeuwfeest. HONDERDJARIGE, in. en v. (-n), iem. die 100 jaren oud is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: