hompiekurken
(1960+) (ook: hompekurken) (inf.) neuken, copuleren. Van 'hompen' (stoten) + 'kurk' (vorm van anti-conceptie)? Door Van Dale gelabeld als volkstaal. Misschien van Haagse origine? In de 19de eeuw (Cassandra: Erotica. 1859) werd een gelijkaardig eufemisme opgetekend: hompelpompelen. Vgl. ook nog: pierlepompen en rampetampen. Een andere nonsensikale u...