Wat is de betekenis van homoseksualiteit?

homoseksualiteit - Zelfstandignaamwoord 1. (seksualiteit) seksuele voorkeur voor leden van hetzelfde geslacht Woordherkomst afgeleid van seksualiteit met het voorvoegsel homo- Verwante begrippen homoseksueel, herenliefde, damesliefde

homoseksualiteit - zelfstandig naamwoord uitspraak: ho-mo-sek-su-a-li-teit 1. seksuele gerichtheid op personen van hetzelfde geslacht ♢ homoseksualiteit komt in alle landen voor Zelfstandig naamwoord: ho-mo-sek-su-a-li-teit ...

De eigenschap dat je alleen op iemand van je eigen geslacht verliefd kunt worden en met die persoon seks kunt hebben. In veel landen hebben mensen en vooral dokters en geestelijken homoseksuele en biseksuele mensen eeuwenlang geestelijk ziek gevonden. Ze stopten hen in een gekkenhuis of gevangenis, maakten ze dood of probeerde hen in het minst ongu...

Homoseksualiteit wordt in Nederland sinds ongeveer dertig jaar door een meerderheid van de bevolking min of meer normaal gevonden. In macho beroepsgroepen (politie, brandweer, deurwaarders) is waarschijnlijk het minste sprake van deze emancipatie. Ook mensen uit macholanden hebben veel moeite met homo’s. Ze vinden het tegennatuurlijk gedrag. Een pa...

[v. Gr. homos = gelijk, dezelfde; zie seksualiteit] het verschijnsel van geslachtelijke gerichtheid op dezelfde sekse.

geslachtelijke neiging tot personen van hetzelfde geslacht

Homoseksualiteit - seksuele voorkeur voor personen van hetzelfde geslacht. Homoseksualiteit is een politieke keuze die vrouwen maken als zij het serieus nemen met het feminisme. (Paarse September, 1974 nr.6).

homoseksualiteit - Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar hetzelfde geslacht.

gedrag waarbij seksualiteit gericht is op iemand van hetzelfde geslacht.