Wat is de betekenis van homo?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

homo

Het begrip homo heeft 2 verschillende betekenissen: 1) homoseksueel persoon. persoon met een homoseksuele geaardheid; homoseksueel persoon. Meestal gezegd van mannen; soms ook van mannen en vrouwen. 2) homoseksueel. zich aangetrokken voelend tot iemand van hetzelfde geslacht; vallend op iemand van hetzelfde geslacht; in seksue...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

homo

1) (1971) (scheldw.) homoseksueel, vooral wanneer het woord wordt voorafgegaan door ‘vuile’ of ‘vieze’. Homofiel werd in 1954 geïntroduceerd door het COC (de belangenvereniging van Nederlandse homofielen) om het kwalijke woord ‘seks’ te vermijden. In de voetbalsport wordt een speler die te dicht in de rug de...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

homo

homo - Zelfstandignaamwoord 1. mens 2. homoseksueel geaard persoon De homo kon gelukkig open over zijn geaardheid praten. Woordherkomst afgeleid van het Griekse: 'homo-' (zelf, eigen) Synoniemen [2] homoseksueel Verwante begrippen lesbienne, lesbisch

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Homo

1 [Lat., verwant met humus = aarde] man, mens; - homini lupus, de ene mens is een wolf voor de andere; - economicus, de economische mens (van moderne tijd tegenover vroeger); - faber, de technische mens (als voorgaande); - ludens, de spelende mens; - mensura, de mens als maatstaf aller dingen; - N...

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Homo

mens; verkorting van homoseksueel

2024-04-20
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Homo

Homo - verkorting van homoseksueel, heeft ook betrekking op dames. Je moet wat toleranter worden, kind. Je kunt toch niet van iedereen verlangen dat ze zo denkt als jij. Ik vind het veel bevrijdender te denken in termen van mensen, niet van die is hetero en die is homo. Dat is een eng-sexuele gedachte, daar moeten we juist vanaf. (Dorcas, 1990). Ho...

2024-04-20
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Homo

geslacht van primaten, met recente mens (Homo sapiens) en fossiele soorten, o.a. Homo erectus en Homo neanderthalensis. De eerste vooral in Midden-Pleistoceen (ca. 500.000 jaar geleden), ➝ Javamens, ➝ Pekingmens (beide subspecies van Homo erectus). Homo sapiens is de meest ontwikkelde soort, met Homo sapiens neanderthalensis (➝ Neanderthaler) en H...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Homo

[afk. van: highest occupied molecular orbital], in de theoretische chemie gehanteerd begrip ter aanduiding van het energetisch hoogste niveau van de bezette molecuulbanen. Absorbeert een molecule, zoals het butadieen, licht, dan worden de elektronen in de HOMO geëxiteerd en zullen ze de eerstvolgende molecuulbaan gaan bezetten. Die baan noemt...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Homo

één der geslachten van de mensen-familie (hominidae), waartoe ook de hedendaagse mensenrassen behoren.