Wat is de betekenis van Hombaars?

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hombaars

s., gelde bears.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hombaars

m. (...baarzen), mannetjesbaars; evenzo hombokking, -haring, -karper, -vis enz.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hombaars

m.-baarzen; mannetjesbaars.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hombaars

enz. mannetjesbaars enz.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hombaars

HOMBAARS, m. (...baarzen), mannetjesbaars; evenzoo hombokking, ...haring, ...karper enz., mannetjesbokking, enz. .

Gerelateerde zoekopdrachten