HOM
Home
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip hom heeft 2 verschillende betekenissen: 1) klier die hom produceert. geslachtsklier van mannetjesvissen die vissperma produceert. 2) zaad van een vis. zaad van een vis dat soms ook als lekkernij gegeten wordt; vissperma; homvocht.
Wiktionary (2019)
hom - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) teelvocht van de mannetjes der benige vissen Verwante begrippen kuit
Muiswerk Educatief (2017)
hom - zelfstandig naamwoord 1. klier met vocht erin waarmee mannetjesvissen zich voortplanten ♢ aan de hom kun je zien dat het een mannetjesvis is 1. hom of kuit willen hebben [precies willen weten hoe iets zit]...
J. van Donselaar (1936)
(de, mv.?), (veroud.) syn. van pireng: z.a. Een Visch die men de Hom of Piery noemt verdient een byzondere opmerking, om dat hy een zo groot Vleeschvreter is (Hartsinck 1770: 120; enige vindpl.). - Etym.: AN hom = o.m. mannetjesvis.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: