Wat is de betekenis van hom?

2024-03-29
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

HOM

Home

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

hom

Het begrip hom heeft 2 verschillende betekenissen: 1) klier die hom produceert. geslachtsklier van mannetjesvissen die vissperma produceert. 2) zaad van een vis. zaad van een vis dat soms ook als lekkernij gegeten wordt; vissperma; homvocht.

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hom

hom - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) teelvocht van de mannetjes der benige vissen Verwante begrippen kuit

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hom

hom - zelfstandig naamwoord 1. klier met vocht erin waarmee mannetjesvissen zich voortplanten ♢ aan de hom kun je zien dat het een mannetjesvis is 1. hom of kuit willen hebben [precies willen weten hoe iets zit]...

2024-03-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

HOM

HUM

2024-03-29
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

hom

Benaming voor de mannelijke geslachtsklieren (= testes) van vissen.

2024-03-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

hom

testis van vissen, in het homvocht zitten de zaadcellen. Een ♀ vis heeft kuit.

2024-03-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

hom

(de, mv.?), (veroud.) syn. van pireng: z.a. Een Visch die men de Hom of Piery noemt verdient een byzondere opmerking, om dat hy een zo groot Vleeschvreter is (Hartsinck 1770: 120; enige vindpl.). - Etym.: AN hom = o.m. mannetjesvis.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hom

datief, 3de persoon manlik.