Wat is de betekenis van hok?

Het begrip hok heeft 7 verschillende betekenissen: 1) verblijfplaats voor dieren. kleine en al dan niet afgesloten ruimte in of bij het huis waarin een of meerdere dieren, vooral honden, duiven, pluimvee of kleinvee zoals varkens worden gehouden; ook: afgesloten verblijfplaats voor dieren in gevangenschap in een dierentuin, een circus e.d.....

1) (1903, vero.) (schol.) schoolgebouw, vooral dan het Gymnasium en HBS. Ook gebruikt voor een kostschool. • 'n Paar keer in de maand ging Jan de meesters peste... Z'n ouwe school stond in de straat van hun hoffie, achter 'n dikke muur. Maar as je daar bovenop was geklomme, kon je d'r alles in zien door de ruite. Die gonge vanbove ope... Nou,...

Zie Hokke

hok - Zelfstandignaamwoord 1. een bepaald dierenverblijf hok - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hokken ♢ Ik hok 2. gebiedende wijs van hokken ♢ hok! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hokk...

hok - zelfstandig naamwoord 1. ruimte waarin je dingen opbergt, of waar je dieren houdt ♢ hij timmerde een hok voor de konijnen 1. mensen in een hokje plaatsen [een vooroordeel hebben over hoe ze zijn]...

In de uitdrukking: voor het hok gooien. Uitkomen of (minder gebruikelijk) voorspelen in een volgende slag.

Hok - een van de vele termen voor het doel.

hok - Kleine aparte huisjes waarin arme mensen of arbeiders wonen, of zoals gebruikt voor kleine dieren of opslag.

afgeperkte ruimte; skool; gehok, in hok jaag, opsluit; aan bande lê (beweging).