Wat is de betekenis van Hofrijtuig?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hofrijtuig

o. (-en), hofkoets.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hofrijtuig

HOFRIJTUIG, o. (-en), hofkoets; ...ROUW, m. rouw door een hof aangenomen; ...SCHANDAAL, o. (...schandalen), schandaal dat aan het hof heeft plaatsgegrepen; ...SLEEP, m. het hof met zijn geheelen aanhang; ...STAD, v. residentie van den vorst, (in ons land) ’s-Gravenhage.

Gerelateerde zoekopdrachten