Wat is de betekenis van Hofrecht?

2024-04-19
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

HOFRECHT

→ Domein. → Hof.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hofrecht

o., (hist.) het recht dat gold voor de hofhorigen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hofrecht

o. Eert. recht dat de verhouding der hofhorigen tot hun heer regelde.

2024-04-19
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hofrecht

Hofrecht - het recht van de hoorigen, die onder éénzelfde hof behooren. Zie HOORIGHEID. Ook beteekent h. hetgeen nevens de heergewaden bij overgang van het leen betaald moest worden aan het leenhof.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hofrecht

o., (hist.) het recht dat gold voor degenen die onderworpen waren aan de horigheid van het hof.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hofrecht

HOFRECHT, o. (hist.) het recht dat gold voor de hofhoorigen, dat hunne verhouding tot den heer regelde.

Gerelateerde zoekopdrachten