Wat is de betekenis van hofmaarschalk?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hofmaarschalk

hofmaarschalk - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die belast is met het bestuur over de vorstelijke hofhouding Woordherkomst samenstelling van hof en maarschalk

2024-04-19
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

hofmaarschalk

Benaming van de hofdignitaris die is belast met de zorg voor alle ontvangsten van de leden van het Koninklijk Huis en voor alle huishoudelijke diensten. Om deze naar behoren uit te kunnen voeren, is de hofmaarschalk onder meer verantwoordelijk voor de uniformen van het paleispersoneel, het porselein, aardewerk en glaswerk, het zilver (de zilverkame...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hofmaarschalk

m. (-en), waardigheidsbekleder aan een hof, belast met het bestuur der vorstelijke hofhouding.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hofmaarschalk

m. -en; bestuurder der vorstelijke huishouding.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hofmaarschalk

m. (-en) waardigheidsbekleder belast met de huishouding aan een hof.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hofmaarschalk

m. (-en), waardigheidsbekleder aan een hof, belast met het bestuur van de vorstelijke hofhouding.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hofmaarschalk

HOFMAARSCHALK, m. (-en), een der waardigheidsbekleeders aan een hof; belast met het bestuur der vorstelijke hofhouding.