Wat is de betekenis van Hofland?

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hofland

o. (-en), 1. (gew.) land dat tegen een geringe geldsom aan een pachter ten gebruike wordt gegeven (in tegenst. met garfland); 2. (Zuidn.) land dat bij een hoeve behoort; 3. (gew.) tuinland, warmoeziersland; 4. tuinaarde.

2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hofland

Hendrik Johannes Adrianus(Henk), Ned. journalist en schrijver, *20.7.1927 Rotterdam. Na zijn diensttijd studeerde Hofland politicologie te Amsterdam. Hij was werkzaam als journalist, adjunct-hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad en later als hoofdredacteur van het NRCHandelsblad. Sinds 1971 schrijft hij als free-lance journalist kolommen voor...

2024-03-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Hofland

buurt in de gem. Wijk aan Zee, N.-Holland; 150 inw., meest ooftkweekers.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hofland

HOFLAND, o. (-en), (gew.) land dat tegen eene geringe geldsom aan den pachter ten gebruike wordt gegeven (in tegenst. van garfland); — (gew.) tuinland, warmoeziersland.