Wat is de betekenis van Hoefstal?

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hoefstal

s., needstâl.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoefstal

m. (-len), travalje, noodstal waarin men paarden beslaat.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoefstal

m. -stallen; smederij: inrichting tot het beslaan van (niet makke) paarden. hoegenaamd bw.; in welk opzicht het ook zij: met ontkenning: hoegenaamd niets; hoegenaamd geen orde.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hoefstal

m. (-len) gestel, gebouwtje waarin een paard wordt geplaatst om te worden beslagen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hoefstal

m. (-len), travalje, noodstal, waarin men paarden beslaat.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoefstal

HOEFSTAL, m. (-len), noodstal waarin men de paarden beslaat; ...STEMPEL, m. (-s), hoefijzerdoorslag; ...TANG, v. (-en), tang bij het beslaan gebruikt; ...VERWIJDER, m. (-s), zeker werktuig om aan klemhoeven de normale wijdte te geven, bestaande uit eene schroef, waardoor een aan den hoef vastgenageld hoefijzer telkens een weinig wordt uitgebogen;...

Gerelateerde zoekopdrachten