hoefslag (aandeel)
m. (-en), (hist.) het aandeel waarvoor een ingeland, op grond van de grootte (het morgental) van zijn hoeve, in het onderhoud van een dijk, kade, waterloop of weg is aangeslagen; het gedeelte dat hij in orde moet houden; (zegsw.) dat is buiten mijn —, daar heb ik niets mee te maken, dat is buiten mijn bevoegdheid.