Wat is de betekenis van hobbelig?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hobbelig

hobbelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met hobbels, oneffen Op een hobbelig fietspad fietsen is geen pleziertje. Woordherkomst Afgeleid van hobbel met het achtervoegsel -ig. Synoniemen hobbelachtig

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hobbelig

hobbelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hob-be-lig 1. vol bulten in de oppervlakte ♢ op zo'n hobbelig pad kun je niet fietsen Bijvoeglijk naamwoord: hob-be-lig ... is hobbeliger dan ... ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hobbelig

adj., hobbelich, hulterich en bulterich.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hobbelig

bn. (-er, -st), met hobbels, oneffen: een hobbelige weg ; hobbelig ijs.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hobbelig

bn.; vol hobbels, oneffen: een hobbelige weg, een hobbelig pad.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hobbelig

bn. en bw. (-er, -st) met hobbels, oneffen: een -e weg; ijs.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hobbelig

bn. (-er, -st), met hobbels, oneffen: een hobbelige weg; ijs.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hobbelig

HOBBELIG, bn. (-er, -st), van hobbels voorzien. oneffen: een hobbelige weg; hobbelig ijs HOBBELIGHEID, v. (...heden).