Wat is de betekenis van hitsen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hitsen

hitsen - Werkwoord 1. (figuurlijk) (ov) aanzetten tot iets verwerpelijks Verwante begrippen stoken, haatzaaien

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hitsen

v., hise, hysje, huse, húsje, sjasse, sjasje.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hitsen

(hitste, heeft gehitst), aandrijven, opstoken, thans meest op-, aanhitsen.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hitsen

hitste, heeft gehitst; aanvuren, opzwepen; zie aan-, ophitsen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hitsen

(hitste, heeft gehitst) [haat] aanvuren, opruien.

2024-03-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hitsen

(hitste, heeft gehitst), ophitsen, aanhitsen.

2024-03-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Hitsen

Hitsen, bw. gel. (ik hitste, heb gehitst), aanzetten, aanvuren; zie AANHITSEN. *...SIG, bn. (er, -st), zeer vurig, driftig; verliefd, wulpsch. *...SIGHEID, o. gmv. verliefdheid, verliefde trek; wulpschheid.