Wat is de betekenis van Hippisch?

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hippisch

op paarden of de paardrijkunst betrekking hebbend

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Hippisch

op paarden of rijkunst betrekking hebbend

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hippisch

bn., op de paarden of de rijkunst betrekking hebbende : de hippische sport; hippische feesten, bloemencorso, ringrijden, kopsteken enz.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hippisch

bn.; met de paarden of rijkunst in betrekking staande; paarden....): hippische sport.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hippisch

bn. van, met. betreffende paarden: de -e sport.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hippisch

bn. en bw., op de paarden of de rijkunst betrekking hebbend: de hippische sport; hippische feesten, bloemencorso, ringrijden.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

hippisch

hippisch - wat paarden betreft.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hippisch

HIPPISCH, bn. op de rijkunst betrekking hebbende: de hippische sport; hippische feesten, bloemencorso. ringrijden, kopsteken enz.