hippen
met sprongetjes voortgaan. zich met kleine sprongen voortbewegen; met sprongetjes voortgaan; huppen. Voorbeelden: Vogeltjes zingen prevelend. De hazelaar bloeit in een waterig zonnetje. Een hongerig konijn hipt naar zijn hol. NRC, 1995 Twee pikzwart glanzende roeken hippen van de ene bevroren aardkluit op de andere, blijven d...