Wat is de betekenis van hippen?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

hippen

met sprongetjes voortgaan. zich met kleine sprongen voortbewegen; met sprongetjes voortgaan; huppen. Voorbeelden: Vogeltjes zingen prevelend. De hazelaar bloeit in een waterig zonnetje. Een hongerig konijn hipt naar zijn hol. NRC, 1995 Twee pikzwart glanzende roeken hippen van de ene bevroren aardkluit op de andere, blijven d...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hippen

(1968) (Barg.) (prostitutie) drentelen rond bordelen. Wellicht moet hier gedacht worden aan de op - en neergaande, hippende beweging. • We hebben heel wat van die neusjestrekkers zien hippen bij de hoeren… (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968) • .... overal in de buurt werd gehipt. (Haring Arie: Recht voor z&r...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hippen

hippen - Werkwoord 1. ergatief zich met kleine sprongetjes voortbewegen De huismus hipte richting de broodkruimels. Woordherkomst Afleiding van huppen

2024-04-25
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

hippen

→ huppen

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

hippen

Bargoens voor: bij de hoeren langslopen. We hebben heel wat van die neusjestrekkers zien hippen bij de hoeren. Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hippen

v., hippe.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hippen

(hipte, heeft gehipt), huppen, springend voortgaan: zij hipten als bezetenen in de rondte.

2024-04-25
Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Hippen

Dit doen de meeste zangvogels. De prenten staan dan altijd met tweeën naast elkaar. L merelprenten: 3,5-4,5 cm; musprenten: 2-3 cm.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hippen

hipte, heeft gehipt; bijvorm van huppen: huppelen: mussen hippen.