Wat is de betekenis van hinken?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hinken

hinken - Werkwoord 1. (inerg) ongelijk lopen omdat men slechts op één been steunen kan Hij verzwikte zijn voet en heeft daarna een beetje gehinkt, maar het bleek niet ernstig. 2. ergatief ergens slechts op één been heen gaan De kinderen zijn van de ene kant van...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hinken

hinken - regelmatig werkwoord uitspraak: hin-ken 1. mank lopen ♢ de man met het houden been hinkte een beetje Regelmatig werkwoord: hin-ken ik hink jij/u hinkt ...

2024-04-20
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Hinken

Degene die hinkt, komt maar langzaam vooruit op de levensweg en vermoedelijk beklaagt hij zich hierover, in plaats van z’n krachten te bundelen en vol energie tegen het slechte ik - de eigen lafheid - te vechten. Manke mensen in een droom laten ons vaak de eigen arrogantie zien met betrekking tot het gedrag tegenover gehandicapten. (Zie ook &...

2024-04-20
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Hinken

Te ervaren dat u hinkt in de droom betekent, dat u op uw levensweg slechts moeizaam vordert. Misschien is er in wat u ondernomen heeft vertraging opgetreden, misschien ook lopen uw zaken terug. In de eerste plaats echter drukken een houten been, krukken of een hinkende loop psychische invaliditeit uit. Zij waarschuwen de dromer ervoor dat hij onder...

2024-04-20
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Hinken

stoornis bij het lopen, waarbij het ene been maar even belast wordt met het geH hele lichaamsgewicht en daarom korter op de grond blijft. Verkorting van een been na verwonding, operatie of groeistoornis, wonden, pijnlijke ziekten in het been, zenuwontsteking, gewrichtsontsteking, veranderingen in het heupgewricht, veranderingen aan de wervelkolom w...

2024-04-20
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Hinken

claudicatio, zie aldaar.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hinken

v., hinkje.

2024-04-20
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Hinken

hinken, mank, kreupel zijn; jeder Vergleich hinkt, elke vergelijking gaat mank.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)