Hinderlijk
Belemmerend, tegenwerkend
Nederlandstalige WikiWoordenboek
hinderlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. hinder veroorzakend ♢ Dat lawaai is er alleen maar hinderlijker op geworden. Woordherkomst Naamwoord van handeling van hinderen met het achtervoegsel -lijk
Nederlands woordenboek voor onderwijs
hinderlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hin-der-lijk 1. waar je door gestoord of belemmerd wordt ♢ ik vind zijn gedrag erg hinderlijk Bijvoeglijk naamwoord: hin-der-lijk ... is hinderlijker dan ... ...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
bn. en bw. (-er, -st), 1. belemmerend, lastig, tegenwerkend: een — obstakel, die bepaling is — voor de handel; 2. stoornis veroorzakend, storend: het is -, zoals de zaal galmt; wees niet zo 3. onaangenaam aandoend, onbehaaglijk: de warmte is niet -; wrevel of ergernis verwekkend, stotend: zijn gedrag is —; hinderlijke overlading...
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (-er, -st), 1. belemmerend, lastig, tegenwerkend : een hinderlijk obstakel; die bepaling is hinderlijk voor de handel; 2. stoornis veroorzakend, storend: ’t is hinderlijk, zo als de zaal galmt; wees niet zo hinderlijk; 3. onaangenaam aandoend, onbehaaglijk : de warmte is niet hinderlijk ; 4. wrevel of ergernis ...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
HINDERLIJK, bn. bw. (-er, -st), belemmerend, tegenwerkend: een hinderlijke maatregel; die bepaling is hinderlijk voor den handel; — storend, lastig: ’t is hinderlijk, zoo als de zaal galmt; wees niet zoo hinderlijk; — onaangenaam, ergerlijk: zijn gedrag is hinderlijk, van dien aard dat het den spreker ergernis geeft; — bw....
Gerelateerde zoekopdrachten