Wat is de betekenis van hilariteit?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hilariteit

hilariteit - Zelfstandignaamwoord 1. vrolijkheid of gelach Zijn opmerking veroorzaakte grote hilariteit. Woordherkomst afgeleid van hilarisch met het achtervoegsel -iteit of het Franse hilarité

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hilariteit

[Lat. hilaritas, van hilaris= vrolijk, Gr. hilaros] algemeen gelach, vrolijkheid.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hilariteit

vrolijkheid; gelach

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hilariteit

vrolikheid.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Hilariteit

gelach; vrolijkheid

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hilariteit

(<Fr.), v., vrolijkheid, gelach: zijn opmerking veroorzaakte enige hilariteit; grote hilariteit.

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Hilariteit

(Lat. hilaritas), vrolijkheid, gelach.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

hilariteit

v. vrolijkheid, lachlust, gelach.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hilariteit

v. (Fr.) (Lat. hilaritas): vrolijkheid, gelach: algemene hilariteit; hilariteit verwekken.