Wat is de betekenis van hilarisch?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hilarisch

(1980+) (inf.) erg leuk. • Wat deed de Engelse antropoloog Barley anderhalf jaar lang bij de Dowayo's in Kameroen? . Een hilarisch boek. (Het vrije volk, 28/03/1987) • 'Hilarisch!' roep ik uit. 'Mabel gaat deze vakantie met een lijk tongen!' 'Haha, heel leuk,' zegt Mabel, maar ze kijkt alsof ze het vres...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hilarisch

hilarisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. uitgelaten vrolijk

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)