Wat is de betekenis van Hijlikmaker?

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hijlikmaker

[hijlik = huwelijk] bep. koek op bruiloft (ook verbasterd tot heiligmaker).

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hijlikmaker

ook HEILIGMAKER, m. (-s), met honig en specerijen bereide koek in lange platte repen; soms een peperkoek met kandij of een platte vierkante kruidkoek (inz. op bruiloften vroeger gegeten).

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hijlikmaker

m. -s; bemiddelaar van een huwelijk; inz. in de bruidsdagen gebruikte koek uit suiker, honig, tarwemeel en specerijen bestaande in lange platte repen; in de volkstaal: heiligmaker.

2024-04-19
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Hijlikmaker

Heiligmaker. Lange, platte reepen koek of een platte vierkante kruidkoek, vroeger vaak bij bruiloften gegeten.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hijlikmaker

m. (-s) plat peperkoekachtig en glanzend gebak met snippertjes en stukjes sukade in: werd vroeger op bruiloften rondgediend.

2024-04-19
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Hijlikmaker

een bruiloftskoek, van ’t oude hijliken = trouwen, huwelijken. Door volksetymologie verbasterd tot heiligmaker, en door dit. woord weer tot zaligmaker, alsof er van Je^us sprake was!

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hijlikmaker

HIJLIKMAKER, ook HEILIGMAKER, m. (-s), eene soort van koek, in den vorm van lange platte reepen; soms een peperkoek met kandij of een platte vierkante kruidkoek (inz. op bruiloften vroeger gegeten).