Wat is de betekenis van Hijliken?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hijliken

(hijlikte, heeft en is gehijlikt), (veroud.) huwen.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hijliken

hijlikte, is en heeft gehijlikt; trouwen, huwen; vero., gew.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hijliken

(hijlikte, heeft en is gehijlikt) Veroud. huwen.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hijliken

HIJLIKEN, (hijlikte, heeft en is gehijlikt) (veroud.) huwen.

Gerelateerde zoekopdrachten