Hij is van de trappen gevallen
Deze zegswijze bezigt men van iemand, wiens haar geknipt is (Harrebomée II, 343 a); gewoonlijk wordt er nog aan toegevoegd en heeft zijn haar gebroken, wat haar tevens verklaart; syn. hij heeft van de boter gesnoept. In Zuid-Nederland: Hij heeft van de boter geëten of aan de boter gezeten, van iemand wiens ha...