hieven
hieven - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van heffen ♢Wij hieven ♢Jullie hieven ♢Zij hieven
Wiktionary (2019)
hieven - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van heffen ♢Wij hieven ♢Jullie hieven ♢Zij hieven
Jozef Verschueren (1930)
(hiefde, heeft gehiefd) [Eng. heave, heffen] opheffen, optillen bij het lossen van schepen: balken uit het schip -.
J.H. van Dale (1898)
HIEVEN, (hiefde, heeft gehiefd), (Eng. to heave). (scheepst.) opheffen, optillen (bij het lossen van de lading van een schip): de balken worden uit het ruim gehiefd; hij stond aan de lier en hiefde toen hij niet moest hieven, met het gevolg dat hij een balk tegen zijn been kreeg.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: