Wat is de betekenis van Hier?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hier

hier - Bijwoord 1. op deze plaats Hier!'', uitroep, kom naar deze plek, vaak tegen hond of klein kind. Hier wordt goud gevonden. 2. als locatief deel van een voornaamwoordelijk bijwoord. Het vervangt een aanwijzend voornaamwoord (nabij) deze, d...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hier

hier - bijwoord 1. op deze plaats ♢ hier woont de koningin 1. van hier tot gunder [heel erg ver] 2. naar de spreker toe ♢ kom eens hier...

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

hier

- dat zie je van hier, dat snap je zo, dat is logisch, dat is vanzelfsprekend. Onlangs stond de amateurploeg uit de buurt aan mijn deur. Of ik hun verzorger wilde worden. Dat zie je van hier. - GvA,

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

hier

Als tijdsaanduiding in de verb. tot hier toe, tot nog toe, tot dusver, tot op dit ogenblik. Het werd meteen de vierde inbraak naast het Vleeshuis te Gent. Tot hier toe konden alle dieven goed zwijgen, Gentenaar 3/8/1977.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hier

naby, digby, op hierdie plek.

2024-04-20
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Hier

I. 1. heien, instampen; 2. knarsen. II. gisteren; hier matin, gistermorgen; d’hier, van gisteren; nieuwbakken; sinds kort; il est né d’hier, hij komt pas kijken; il n’est pas né d’hier, hij is niet van gisteren.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hier

adv., hjir(re); —, pak aan!, hjirsa!; — ter plaatse, hjirsanne.

2024-04-20
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Hier

hier, alhier; hier!, present!; hier Müller, U spreekt met Müller (telef.); hier bei Muller, U spreekt met het huis van Müller; hier und da, hier en daar, af en toe.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)