Wat is de betekenis van heus?

2024-04-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Heus

Zie Huso

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heus

heus - Bijvoeglijk naamwoord 1. hoffelijk, beleefd heus - Bijwoord 1. werkelijk, echt Dat gebeurt heus niet! Woordherkomst Via het Middelnederlandse heuvisk afgeleid van hof.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heus

heus - bijvoeglijk naamwoord 1. precies als in de werkelijkheid ♢ is het heus? Bijvoeglijk naamwoord: heus de/het heuse ... Synoniemen echt, natuurlijk, onvervalst, reëel, waar, waarlijk, werkelijk Tegenstellingen...

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

heus

Van zaken: echt. Een knaap uit Winston-Salem vond het welletjes braaf op de stoep te moeten blijven, en verplaatste zijn aktieterrein naar een heuse schaatsbaan waar hij zich in zijn halsbrekende behendigheid kon uitleven, Gazet v. Antw. 9/6/1977. Het zal dit jaar een heuse vierdaagse worden omdat de organizatoren van de amateurswedstrijd e...

2024-04-19
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Heus

m -> Huso.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heus

beleefd, hoflik; eerlik, opreg; werklik, eg.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heus

adj. & adv., freonlik, hoask; — waar, siker wier, grounich wier, wier-wier, sikersonk, wiswier.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heus

bn. bw. (-er, meest—), 1. hoffelijk, beleefd, welwillend, vriendelijk : een heus antwoord; heuse woorden ; een heuse behandeling ; — (als bw.) op hoffelijke wijze : ik werd er heus ontvangen ; 2. oprecht, trouwhartig : een heuse Vlaming ; 3. (in kindertaal of nabootsing daarvan) echt: kleine jongens met een heuse sigaar...