Heus
Zie Huso
Wiktionary (2019)
heus - Bijvoeglijk naamwoord 1. hoffelijk, beleefd heus - Bijwoord 1. werkelijk, echt ♢ Dat gebeurt heus niet! Woordherkomst Via het Middelnederlandse heuvisk afgeleid van hof.
Muiswerk Educatief (2017)
heus - bijvoeglijk naamwoord 1. precies als in de werkelijkheid ♢ is het heus? Bijvoeglijk naamwoord: heus de/het heuse ... Synoniemen echt, natuurlijk, onvervalst, reëel, waar, waarlijk, werkelijk Tegenstellingen...
Walter De Clerck (1981)
Van zaken: echt. Een knaap uit Winston-Salem vond het welletjes braaf op de stoep te moeten blijven, en verplaatste zijn aktieterrein naar een heuse schaatsbaan waar hij zich in zijn halsbrekende behendigheid kon uitleven, Gazet v. Antw. 9/6/1977. Het zal dit jaar een heuse vierdaagse worden omdat de organizatoren van de amateurswedstrijd e...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., freonlik, hoask; — waar, siker wier, grounich wier, wier-wier, sikersonk, wiswier.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, meest—), 1. hoffelijk, beleefd, welwillend, vriendelijk : een heus antwoord; heuse woorden ; een heuse behandeling ; — (als bw.) op hoffelijke wijze : ik werd er heus ontvangen ; 2. oprecht, trouwhartig : een heuse Vlaming ; 3. (in kindertaal of nabootsing daarvan) echt: kleine jongens met een heuse sigaar...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: