Wat is de betekenis van hetwelk?

2025-11-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hetwelk

betr. vnw. (o. van dewelke), wat, hetgeen, dat: zijn mening werd door niemand gedeeld, hetwelk hem zeer ontstemde; het Evangelie hetwelk van mij verkondigd is ; — hetwelk doende, gewone formule als besluit van een rekest.

2025-11-13
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hetwelk

hetwelk - Betrekkelijk voornaamwoord 1. (n) (verouderd) verwijzend naar een onzijdig antecedent dat geen zin is Hij las het boek hetwelk hij van zijn vader geërfd had. 2. verwijzend naar een antecedent dat een zin is Zij trachtten de stad binnen te dringe...

2025-11-13
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

hetwelk

1. dat; 2. wat.

2025-11-13
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hetwelk

vorm van het ➝ betrekkelijk vrnw.

2025-11-13
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hetwelk

(vero.), betr. vn. (o. van dewelke), wat, hetgeen, dat; zijn mening werd door niemand gedeeld, hem zeer ontstemde; het pand — aan u is toegewezen; — doende, gewone formule als besluit van een rekest.

2025-11-13
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hetwelk

HETWELK, betr. vnw. (o. van dewelke), wat, hetgeen, dat: zijne meening werd door niemand gedeeld, hetwelk hem zeer ontstemde; het evangelie hetwelk van mij verkondigd is.

2025-11-13
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Hetwelk

Hetwelk, betr. vnw. dat, hetgeen; (mv. dewelke). *...ZIJ, vnw. - (of dat) hij kome of niet.

2025-11-13
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-11-13
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)