Wat is de betekenis van hetgeen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hetgeen

hetgeen - Betrekkelijk voornaamwoord 1. (formeel) met ingesloten antecedent wat Hetgeen we hebben afgesproken staat keurig in de mail verwoord. Woordherkomst samenstelling van het en geen

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hetgeen

hetgeen - voornaamwoord uitspraak: het-geen 1. als je verwijst naar iets uit de hoofdzin ♢ hij was erg brutaal, hetgeen dadelijk opviel Voornaamwoord: het-geen Synoniemen wat

2024-04-25
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

hetgeen

1. dat wat; 2. wat.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hetgeen

pron., itjinge.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hetgeen

1. bepaling-aank. vnw. (o. van degene), datgene wat: hetgeen gij ziet is het park van het kasteel; ik blijf bij hetgeen ik gezegd heb; 2. betr. vnw., hetwelk, thans meestal als samenvatting van een voorafgaande uitspraak of gedachte : vijf gulden of twee rijksdaalders, hetgeen op hetzelfde neerkomt; — zonder antecedent : hij kon niet o...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hetgeen

1. (...gene) vorm van het ➝ bepalingaankondigend vrnw.; niet te voorkomen is, is onvermijdelijk. 2. vorm van het ➝ betrekkelijk vrnw.: ik heb hem weer gezien, mij zeer genoegen doet.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hetgeen

1. bepalingsaankondigend vn. (o. van degene), datgene wat: — u ziet is het park van het kasteel; ik blijf bij — ik gezegd heb; 2. betr. vn., hetwelk, thans meestal als samenvatting van een voorafgaande uitspraak of gedachte: vijf gulden of twee rijksdaalders, op hetzelfde neerkomt; zonder antecedent: hij kon niet onbewogen blijven bij h...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)