heteroloog
heteroloog - Bijvoeglijk naamwoord 1. van vreemde, andere herkomst Woordherkomst met het voorvoegsel hetero- en met het achtervoegsel -loog Synoniemen heterologisch Antoniemen autoloog, autologisch Verwante begrippen heterologie
Wiktionary (2019)
heteroloog - Bijvoeglijk naamwoord 1. van vreemde, andere herkomst Woordherkomst met het voorvoegsel hetero- en met het achtervoegsel -loog Synoniemen heterologisch Antoniemen autoloog, autologisch Verwante begrippen heterologie
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(< → hetero-, + Gr. logos = woord, gedachte; lett. van andere gedachte, niet overeenstemmend). Wordt gezegd van elementen die tot verschillende groepen van het periodiek systeem behoren; in tegenstelling tot → homoloog.
Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)
(< Gr. — ander; = woord). Een adjectief, dat zelf de eigenschap, die het uitdrukt, niet bezit, heet heteroloog of heterologisch.
Herman Pinkhof (1923)
1. van den typus afwijkend; vgl. Heteroplasie. 2. ongelijksoortig in ontleedkundig opzicht; vgl. Analoog, Homoloog.
dr. H. Pinkhof (1923)
1. van de typus afwijkend; vgl. Heteroplasie. 2. ongelijksoortig in ontleedkundig opzicht; vgl. Analoog, Homoloog.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: