Wat is de betekenis van Hesseling?

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hesseling

s., meun, mûne.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hesseling

m. (-en), ben. voor de kopvoorn (Leueiscus cephalus), en voor de serpeling (L. grislagine).

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hesseling

Derk Christiaan, Ned. filoloog, 15.7.1859 Amsterdam, ♱6.4.1941 Wassenaar. Hesseling studeerde te Leiden, waar hij hoogleraar in het Nieuwgrieks werd (1907). Hesseling bestudeerde ook het Westindische Negerhollands en het Zuidafrikaans. Werken: Charos (1&91), Het Neger-Hollands der Antillen (1905), Byzantium (1913), Geschiedenis der Nieuwgr. let...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hesseling

HESSELING, m. (-en), zekere visch (leuciscus cephalus), ook wel dikkop, viesvisch en meun geheeten, kan wel 6 dM. lang en meer dan 5 KG. zwaar worden; ook benaming voor de serpeling die half zoo groot wordt.