Hesseling
s., meun, mûne.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), ben. voor de kopvoorn (Leueiscus cephalus), en voor de serpeling (L. grislagine).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Derk Christiaan, Ned. filoloog, 15.7.1859 Amsterdam, ♱6.4.1941 Wassenaar. Hesseling studeerde te Leiden, waar hij hoogleraar in het Nieuwgrieks werd (1907). Hesseling bestudeerde ook het Westindische Negerhollands en het Zuidafrikaans. Werken: Charos (1&91), Het Neger-Hollands der Antillen (1905), Byzantium (1913), Geschiedenis der Nieuwgr. let...
J.H. van Dale (1898)
HESSELING, m. (-en), zekere visch (leuciscus cephalus), ook wel dikkop, viesvisch en meun geheeten, kan wel 6 dM. lang en meer dan 5 KG. zwaar worden; ook benaming voor de serpeling die half zoo groot wordt.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: