Wat is de betekenis van Hertrouw?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hertrouw

hertrouw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertrouwen ♢ Ik hertrouw 2. gebiedende wijs van hertrouwen hertrouw! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertrouwen hertrouw j...

2024-04-26
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Hertrouw

Huwelijkssluiting door een persoon die al eerder gehuwd is geweest.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hertrouw

m., het hertrouwen, tweede huwelijk.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hertrouw

HERTROUW, m. het hertrouwen tot den hertrouw komen.