Wat is de betekenis van Hersenspook?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hersenspook

o. (...spoken), hersenschim.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hersenspook

HERSENSPOOK, o. (...spoken), hersenschim; ...VERKOUDHEID, v (...heden), verkoudheid in het hoofd; ...VERWEEKING, v. (-en), (geneesk.) gedeeltelijke of geheele verweeking der hersenen, waarvan verlamming en verstoring der zenuwwerking het gevolg is.