Wat is de betekenis van herkrijgen?

herkrijgen - Werkwoord 1. (ov) opnieuw verwerven ♢ Het land herkreeg daarmee het grondgebied, verloren in de vorige oorlog. Woordherkomst Afgeleid van krijgen met het voorvoegsel her-.

(herkreeg, heeft herkregen), 1. weder-, terugkrijgen: hij heeft zijn vrijheid herkregen; zijn gezondheid herkrijgen; 2. (Zuidn.) van plaats veranderd krijgen, verroeren.

herkreeg, heeft herkregen; weder in bezit krijgen: ik heb na mijn ziekte mijn krachten nog niet herkregen.

(her'krijgən) (herkreeg, herkregen; heeft herkregen) terugkrijgen : zijn krachten heeft hij nog niet herkregen.

...

HERKRIJGEN, (herkreeg, heeft herkregen), wederkrijgen, terugkrijgen hij heeft zijne vrijheid herkregen; zijne gezondheid herkrijgen. HERKRIJGING, v.