Wat is de betekenis van herfstig?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

herfstig

Het begrip herfstig heeft 2 verschillende betekenissen: 1) lijkend op de herfst. lijkend op de herfst; de eigenschappen daarvan in zekere mate hebbend; herfstachtig. 2) karakteristiek voor de herfst. van een aard die kenmerkend is voor het genoemde in de herfst; karakteristiek voor de herfst; als in de herfst; als bijwoord: op een wi...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

herfstig

herfstig - Bijvoeglijk naamwoord 1. op de herfst gelijkend Dit herfstige weer stemt me wat sombertjes. Woordherkomst afgeleid van herfst met het achtervoegsel -ig

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herfstig

bn. (-er, -st), herfstachtig: het begint herfstig te worden.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

herfstig

bn.; herfstachtig.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

herfstig

'herfstəch) bn. en bw. (-er, -st) herfstachtig : een -e dag.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

herfstig

bn. (-er, -st), herfstachtig: het begint te worden.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Herfstig

HERFSTIG, bn. (-er, -st), herfstachtig: het begint herfstig te worden.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)