Wat is de betekenis van Herenhuis?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

herenhuis

deftige, statige woning. groot en statig huis waarmee een persoon van stand destijds zijn status toonde en dat in de regel in verschillende verdiepingen werd opgetrokken, zowel vrijstaand, halfvrijstaand of in een rij en vaak in het centrum of de rand van een stad of soms ook op het platteland; historische, statige woning van iemand met een...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

herenhuis

herenhuis - Zelfstandignaamwoord 1. groot, deftig en luxe huis Tien jaar oud was ze toen de Cubaanse revolutie haar leven veranderde. „Wij, mijn ouders, broer, zussen en ik, konden niet lezen en schrijven. Maar toen Castro dictator Fulgencio Batista verdreven had, startte hij een groot alfabetiseringsprojec...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

herenhuis

herenhuis - zelfstandig naamwoord uitspraak: he-ren-huis 1. groot en luxe woonhuis ♢ in zo'n herenhuis is veel ruimte Zelfstandig naamwoord: he-ren-huis het herenhuis de herenhuizen...

2024-04-25
Maj de Bruin

Maj de Bruijn (2016)

Herenhuis

Een herenhuis is een grote, statige woning die uit minimaal twee woonlagen en een hoge gootlijn bestaat. De huizen kunnen vrijstaand zijn, maar ook naast een aantal andere woningen zijn gebouwd. Vaak is van buitenaf al duidelijk te zien dat het om een herenhuis gaat. Herenhuizen worden gezien als deftige, grote en royale woningen. Zij werden vroege...

2024-04-25
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Herenhuis

Zie: →Heerenhuis.

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

herenhuis

herenhuis - Grote, aanzienlijke woonhuizen.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Herenhuis

s.n., hearehûs (it), -spul (it), slotsje (it).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herenhuis

o. (...huizen), 1. aanzienlijk woonhuis in een stad: te koop aangeboden een kapitaal dubbel herenhuis ; 2. (gew.) gemeentehuis of vergaderplaats van het dijks- en polderbestuur ; 3. (voorheen) de Eerste Kamer in Pruisen en Oostenrijk; [het accent wisselt].