Wat is de betekenis van herdersfluit?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

herdersfluit

(1973) (sch.) mannelijk geslachtsorgaan. Kijk ook onder fluit (1)*. • Je staat iets naar hem toegewend, en je blik komt onwillekeurig te rusten op zijn heupen en dan... op zijn kruis, waar zijn jonge herdersfluit onder het dichtgeknoopte zwarte fluweel van zijn broek een bergkam vormt... (Gerard Reve: Lieve jongens. 1973)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herdersfluit

v. (-en), 1. fluit van een herder; schalmei; 2. ben. van de waterweegbree (Alisma plantago).

Gerelateerde zoekopdrachten