herboren
herboren - Bijvoeglijk naamwoord 1. als nieuw, weer geheeld, opnieuw tot leven gekomen ♢ Wetenschappers meldden een herboren 30.000 jaar oude ijsplant. Woordherkomst afleiding van geboren met het voorvoegsel her-
Wiktionary (2019)
herboren - Bijvoeglijk naamwoord 1. als nieuw, weer geheeld, opnieuw tot leven gekomen ♢ Wetenschappers meldden een herboren 30.000 jaar oude ijsplant. Woordherkomst afleiding van geboren met het voorvoegsel her-
Muiswerk Educatief (2017)
herboren - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: her-bo-ren 1. met nieuwe levenslust, alsof je opnieuw geboren bent ♢ ik voel me herboren na dat uurtje zwemmen Bijvoeglijk naamwoord: her-bo-ren
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. opnieuw geboren: uit 's vaders as herboren (Bild.); wij voelden ons als herboren, van alle druk, van vermoeidheid ontslagen; vaak oneig. : het herboren licht, opnieuw verschenen; 2. in een nieuwe gedaante gekomen; wedergeboren: in Christus herboren worden.
M. J. Koenen's (1937)
bn.; eig. wedergeboren; fig. van een andere geest of zin vervuld; wij voelden ons als herboren; herboren in Christus.
Jozef Verschueren (1930)
(her'bo:rən) bn. [her + (ge)boren] 1. in het leven teruggekeerd. 2. met een nieuwe, andere geest bezield : al wie door ootmoed wordt -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. opnieuw geboren: wij voelden ons als —, van alle druk, van vermoeidheid ontslagen; (vaak oneig.) het — licht, opnieuw verschenen; 2. in een nieuwe gedaante gekomen; wedergeboren: in Christus — worden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: