herbergzaam
herbergzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. gastvrij Woordherkomst Naamwoord van handeling van herbergen met het achtervoegsel -zaam Antoniemen onherbergzaam
Wiktionary (2019)
herbergzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. gastvrij Woordherkomst Naamwoord van handeling van herbergen met het achtervoegsel -zaam Antoniemen onherbergzaam
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (...zamer, -st), 1. gastvrij: zijt herbergzaam jegens elkander (1 Petr. 4 : 9); 2. (van plaatsen) een goed onderkomen verschaffende, bewoonbaar: het ziet er hier niet zeer herbergzaam uit;.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; herbergzamer, -st 1. gastvrij: een herbergzaam dak; 2. bewoonbaar; een herbergzaam oord.
Jozef Verschueren (1930)
(her'berchsa:m) bn. (...zamer, -st) 1. gastvrij ; zijt jegens elkander. 2. bewoonbaar : een oord.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-zamer, -st), 1. gastvrij; 2. (van plaatsen) een goed onderkomen verschaffend, bewoonbaar: het ziet er hier niet erg uit.
J.H. van Dale (1898)
HERBERGZAAM, bn. (...zamer, -st), gastvrij zijt herbergzaam jegens elkander; (van plaatsen) een goed onderkomen verschaffende, bewoonbaar: het ziet er hier niet zeer herbergzaam uit. HERBERGZAAMHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: