Wat is de betekenis van Herbergzaam?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

herbergzaam

herbergzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. gastvrij Woordherkomst Naamwoord van handeling van herbergen met het achtervoegsel -zaam Antoniemen onherbergzaam

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Herbergzaam

adj., gastfrij, herberchsum.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herbergzaam

bn. (...zamer, -st), 1. gastvrij: zijt herbergzaam jegens elkander (1 Petr. 4 : 9); 2. (van plaatsen) een goed onderkomen verschaffende, bewoonbaar: het ziet er hier niet zeer herbergzaam uit;.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

herbergzaam

bn., bw.; herbergzamer, -st 1. gastvrij: een herbergzaam dak; 2. bewoonbaar; een herbergzaam oord.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

herbergzaam

(her'berchsa:m) bn. (...zamer, -st) 1. gastvrij ; zijt jegens elkander. 2. bewoonbaar : een oord.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

herbergzaam

bn. (-zamer, -st), 1. gastvrij; 2. (van plaatsen) een goed onderkomen verschaffend, bewoonbaar: het ziet er hier niet erg uit.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Herbergzaam

HERBERGZAAM, bn. (...zamer, -st), gastvrij zijt herbergzaam jegens elkander; (van plaatsen) een goed onderkomen verschaffende, bewoonbaar: het ziet er hier niet zeer herbergzaam uit. HERBERGZAAMHEID, v.