Wat is de betekenis van Henzen?

2024-04-25
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Henzen

Hinzen, ook inzen, een nieuweling inwijden, bij voorkeur met water. Op school bijv. door hem onder de pomp te houden. Een Groninger zeeman die voor het eerst de linie overstak of het lichtschip Kallegrunden ten noorden van de Sont passeerde werd veur de Linie, veur Kol gehenzd. Hij kon dit met drank afkopen. Als een schipper op een plaats kwam, waa...

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Henzen

(volksk.) betekent letterlijk iemand in een hanze (gemeenschap, gezelschap) opnemen; meer overdrachtelijk: een nieuweling inwijden. Dit is vooral nog bekend bij zeelieden, die voor het eerst in een nieuwe streek komen of de linie (evenaar) passeren. Ook bij boeren komt deze term voor, nl. bij het in dienst treden van nieuwe dienstboden.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Henzen

Henzen - (Johann Heinrich Wilhelm), Duitsch philoloog, 1816—1887, studeerde te Bonn en Berlijn, reisde in Italië en Griekenland en vestigde zich te Rome, waar hij deel uitmaakte van het bestuur van het Archaeol. Instituut. Toen de Kon. Acad. v. Wetensch. te Berlijn de uitgave van hot Corpus Inscriptionum Latinarum ondernam, werd H. met Th. Mommsen...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

henzen

→hanzen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Henzen

HENZEN, (hensde, is gehensd), (eig.) iem. in eene vereeniging (hansa) opnemen; thans alleen (verouderend) nog gewest, van iem. die voor het eerst eene zee bevaart en bij die gelegenheid wordt ingewijd, of van nieuwe dienstboden die bij het binnentreden van het huis met water worden begoten.