Wat is de betekenis van hengst?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

hengst

Het begrip hengst heeft 4 verschillende betekenissen: 1) ongesneden mannelijk paard. ongesneden mannelijk paard of mannelijke pony. 2) mannelijke ezel, zebra, enz.. mannelijk dier van een andere paardachtige, bv. een ezel of zebra, of van een girafachtige of kameelachtige. 3) vurige minnaar. man die zich in seksueel opzicht g...

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hengst

1) (1906) (Barg.) klap, slag: 'een hengst voor je treiter.' 'Een hengst schokken': een kopstoot geven. Reeds bij Köster Henke. De volkstaal kent o.a. volgende syn.: accent* circonflexe; appeltaart*; baffer(d)*; baffetoen*; bats*; das*; handfeest*; handgeld*; hijs*; kegel*; knakker*; knurf*; koof*; lik*; optater*; opsecretaire*; peer*; peuter*;...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hengst

hengst - Zelfstandignaamwoord 1. (zoogdieren) (paardrijden) een al dan niet gecastreerd mannelijk paard Om voor volbloed nakomelingen te zorgen, paren ze die hengst aan die merrie. 2. (schertsend) een vurige minnaar, een knappe man Die hengst stond op te...

2024-04-23
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Hengst

1. Woonplaatsaanduiding van een persoon woonachtig in een pand geheten De Hengst of bijvoorbeeld De Wilde Hengst, wellicht met een uithangbord waarop dit mannelijke paard steigerend was afgebeeld. Of, zoals men bij onderstaande referentie kan veronderstellen, een persoon varend op een schip genaamd De (Zwarte) Hengst. 2. Beroepsbijnaam voor een p...

2024-04-23
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Hengst

Hengst - hoerenterm voor klant. Vgl. Fr. cave, dille, branque, jojo, miché; Eng. John, trick, fare, gonk; Du. Bubi, Freier, Gogo, Hampelmann. Af en toe zag ik hotelklanten langsschuieren of hengsten, hoerenlopers, die gauw de andere kant opkeken als ze langs de keuken moesten om met de meiden naar boven te verdwijnen. - Jan Cremer, Ik Jan Cremer I...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hengst

hengst - zelfstandig naamwoord 1. mannetjespaard ♢ die paarden in de wei zijn een hengst en een merrie 2. harde klap ♢ pas op, anders krijg je een hengst! Zelfstandig naamwoord: hengst ...

2024-04-23
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

hengst

1. klap, slag; ’n hengst verkopen, een klap geven: Parooll.; ’n hengst schokken, een kopstoot of een klap geven: Boeventaal. In een vervloeking: God sal mijn een hengst schokke, QUERIDO 2, 324; 2. scheldwoord voor ruwe, onhandige of stomme kerel, ook uitgebreider boere(kar)hengst: Hoelang wi-je-me kwijt? Jet schrok. Seg ikke da? Nee......

2024-04-23
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

hengst

Alleen in Den Haag is de verwensing krijg een paar (Polynesische) hengsten! gevonden. Vgl. Bral e.a. (1998). Of hier hengst in de betekenis ‘vurig mannelijk paard’ dan wel ‘krachtige stoot of slag, dreun’ bedoeld wordt, laat ik in het midden. De verwensing wijst op woede, onmacht, ergernis en soortgelijke frus...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

HENGST

Platboomd houten vissersvaartuig, tot 1940 in gebruik, vooral op de Westerschelde; sindsdien geleidelijk aan verdwenen. Er waren twee typen: de kleine en de grote hengst. De weinige hengsten die (gemotoriseerd) in gebruik bleven, treft men voornamelijk op de Oosterschelde aan, met als thuishavens o.m. Tholen en Yerseke.In een proces-verbaal uit 171...