Wat is de betekenis van Hemels?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hemels

hemels - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: he-mels 1. wat heel lekker smaakt ♢ dat ijsje smaakt hemels 2. wat met de hemel te maken heeft ♢ God is de hemelse vader 1...

2024-03-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

hemels

zie deugd, goedheid, naam, tijd.

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

hemels

hemels - Dakachtige onderdelen die boven het bed worden gehouden met stijlen, en over het gehele bed reiken. Voor dakachtige onderdelen die vanaf het hoofdeinde, meestal aan een kant ondersteund, over het gehele bed reiken, wordt 'hele hemels' gebruikt. Voor soortgelijke elementen die alleen over het hoofdeinde hangen wordt 'halve he...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hemels

heerlik, goddelik.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hemels

adj., himelsk.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hemels

bn. bw., 1. tot de hemel, het luchtruim behorend : de hemelse gesternten; 2. in de hemel zich bevindend of te vinden: de hemelse Vader, God; de hemelse gelukzaligheid; de hemelse machten ; — (als uitroep) hemelse deugd! God, hemelse vader! : 3. uit de hemel afkomstig, er door bestierd of geïnspireerd :...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hemels

bn., bw.; 1. van of uit de hemel; zich in de hemel bevindende: onze hemelse Vader; de hemelse geesten; 2. fig. verheven, zeer schoon: onze hemelse Vader; de hemelse geesten; hemelse muziek; nog: het hemelse rijk, China.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hemels

(‘he:məls) bn. en bw. 1. in, van, uit, betreffende de hemel: de -e Vader; de -e glorie; -e deugd! uitroep ; kijken, met van gelukzaligheid stralende ogen. → geest, rijk. Tgst. → aards. 2. verheven: -e muziek. 3. heerlijk : het smaakt -.