Wat is de betekenis van hels?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hels

hels - Bijvoeglijk naamwoord 1. zo verschrikkelijk als in de hel 2. (informeel) woedend hels - Bijvoeglijk naamwoord 1. paritief van de stellende trap van hel Woordherkomst afgeleid van hel met het achtervoegsel -s Synoniemen infernaal

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hels

hels - bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg kwaad ♢ hij werd hels toen ik hem de schuld gaf 2. zo verschrikkelijk als de hel ♢ we hoorden een hels lawaai 1. een hels kabaal ...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hels

duiwels; afskuwelik.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hels

adj. & adv., helsk; (woedend), hellich.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hels

bn. bw., 1. uit of van de hel: de helse machten ; in de helse verdoemenis ;de helse Brueghel, P. Brueghel de Jonge, die vooral voorstellingen van de hel schilderde ; 2. zoals in de hel; der helle waardig, duivels : een hels plan, een uitermate boosaardig opzet; — een hels lawaai, oorverdovend; &md...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hels

bn., bw.; (als) uit, of, van de hel, er thuis behorend; fig. afschuwelijk: de helse vijand; fig. hels lawaai, een hels plan; ’t is om hels te worden, erg nijdig; helse steen, lapis infernalis, zilvernitraat; een helse machine, door een uurwerk geregelde bom enz.; hels liegen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hels

(hels) bn. en bw. 1. van, uit of betreffende de hel: de -e verdoemenis ; -e geesten ; de duivel is de -e vijand ; de -e →: Breughel. →: machine. 2. duivels, afschuwelijk : een plan; lawaai. 3. boos, woest: 't is om bij te worden. 4. vreselijk : liegen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hels

bn. en bw., 1. uit of van de hel: de helse machten; in de helse verdoemenis; de helse Brueghel, Pieter Brueghel de Jonge, die vooral voorstellingen van de hel schilderde; 2. zoals in de hel; de hel waardig, duivels: een — plan, een uitermate boosaardige opzet; een — lawaai, oorverdovend; helse pijnen, vreselijke pijnen; als bw.: het is...