Wat is de betekenis van hekel?

hekel - Zelfstandignaamwoord 1. (gereedschap) een werktuig gebruikt bij het verwerken van hennep of vlas ♢ Hij haalde de bundel hennepvezels over de hekel. 2. een sterke afkeer van iets ♢ Hij had een enorme hekel aan de herrie van zijn buren. ...

hekel - zelfstandig naamwoord uitspraak: he-kel 1. gevoel dat je iets erg afstotend, vies, vervelend vindt ♢ hij heeft een hekel aan spruitjes Zelfstandig naamwoord: he-kel de hekel Synoniemen afgrijze...

Een hekel is een ‘bord of plankje bezet met rijen van omhoogstekende metalen spitsen, waarover men het vlas en de hennep haalt om de bast te splijten, scheve en korte vezels te verwijderen en de lange vezels recht te trekken’. Als men iemand toevoegt ik wou dat ze met haar naars op een hekel voer!, dan is duidelijk welk on...

teësin, afkeer; gehekel, berispe; bespotlik voorstel; handwerk met haaknaald doen.

is een blok of lat met een aantal scherpe tanden, die gebruikt wordt om vlaslint te hekelen.

s.; (werktuig), hikkel; (afkeer) hekel (de & it), mier (it), wjeraks(el); een — hebben aan, it sûr, it grou hawwe oan, de mint, it grou hawwe op; een erge — aan iem. hebben, immen it ljocht yn ’e eagen net gunne, immen net snuven hearre meije.

...

m. (-s), 1. bord, plankje bezet met een groot aantal loodrecht staande tanden, waarover men vlas of hennep trekt om de bast te splijten, scheven en korte vezels te verwijderen en de lange vezels recht te trekken : het vlas over de hekel halen; — (fig.) iem., iets over de hekel halen, hem, het op scherpe, onbarmhartige, vaak kwaa...

kamachtig werktuig, dat gebruikt wordt bij de bewerking van vlas, hennep, om de vezels fijner te maken door splitsing van de vezelbundels.