Wat is de betekenis van Heintjepik?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heintjepik

zie HEIN (I).

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heintjepik

HEINTJEPIK, m. bijnaam van den duivel: gelijk bij gelijk, zei Heintjepik, en hij ging tusschen twee kolendragers in het bosch.

Gerelateerde zoekopdrachten