Wat is de betekenis van Heintje Pik?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Heintje Pik

(17e eeuw) (ook: haantje pik) (euf.) één van de vele volkse benamingen voor de duivel of de boeman. Het WNT noemt als varianten nog Moenken of Moentje Pek; Manneken Pek (Zuid-Brabant); Hansken Pek en Pietje Pek. Bij Wolff en Deken (Brieven over verscheiden Onderwerpen, 1780–1781) vinden we de variant ‘Heintje Peuzel’...

2024-04-19
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Heintje Pik

Een van de vele benamingen voor de duivel (zie ook droes*; drommel*; koekoek*). Reeds aangetroffen in de zeventiende eeuw. Hein was toen een veel voorkomende naam, zoals Jan nu. Pik sloeg wellicht op zijn zwarte gedaante: afkomstig uit de hel (de pikken, zoals de achttiende-eeuwse benaming luidde). Het WNT noemt als varianten nog Moenken of Moentje...

2024-04-19
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Heintje pik

Oude benaming voor de dood, evenals 'magere Hein'.

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Heintje pik

populaire ben. voor de dood. Ook wel kortweg Hein. De dood waart nu rond. Heintje Pik in de gedaante van de jager... (Saartje Burgerhart: Twee keer in de week. Een selectie uit vijfentwintig jaar columns, 1987)

2024-04-19
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Heintje Pik

Dit is eene benaming voor den duivel, die in de 17de eeuw wordt aangetroffen, en waarin Hein genomen is als een zeer bekende naam, zooals wij thans Jan bezigen. Zie o.a. Kluchtspel II, 200:Doe ick ereys in me droom in de Hel was, Het staet me noch wel veur, hoe Heyntje-Pick soo fel was. Zoo ook III, 65; Snorp. II, 13:...