Wat is de betekenis van Heining?

2024-04-25
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Heining

Zie Heyning.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heining

skutting, heg, draad.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heining

v. (-en), 1. schutting of (w. g.) haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden; 2. (gew.) scheislootje.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heining

v. -en, heininkje; heg, schutting.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heining

('heining) v. (-en) haag of schutting om een stuk grond. Syn. → haag.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heining

v. (-en), schutting om een stuk grond af te scheiden.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heining

HEINING, v. (-en), schutting of haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden, — (gew.) scheislootje. HEININKJE, o. (-s).